jelmersch.reismee.nl

10.000 km verder

Hallo allemaal!


De laatste keer dat ik iets schreef zat ik nog in Queenstown. Vanuit daar ben ik naar Lake Tekapo gegaan. Daar heb ik eerst een wandeling over Mount John gemaakt waar echt een bizar panorama uitzicht te zien in. Mount John is namelijk de heuvel in een gigantische vlakte die weer omringt is met hoog gebergte. Het leuke van tekapo is dat het licht reservaat van 430.000 hectaren is, wat dus wil zeggen dat er in dat gebied hele strenge regels zijn wat betreft het licht wat daar gebruikt mag worden (advertenties die licht geven in het donker zijn bijvoorbeeld verboden). Het leuke daaraan is dat je daardoor nauwelijks lichtvervuiling hebt waardoor de sterren heelerg goed te zien zijn. Daarom zijn er in de buurt meerdere observatoria. ‘s Avonds ben ik dus ook nog een ‘star gazing’ avond gegaan. Je gaat dan met een busje met speciale rode koplampen (zodat je een beter beeld in het donker krijgt) naar een afgelegen gebied met telescopen. Daar werd ons van alles verteld over de sterren en bijvoorbeeld ook hoe je er mee kon navigeren. Aangezien er geen maan was die avond was er helemaal geen lichtvervuiling waardoor we de melkweg heel duidelijk konden zien en daarnaast ook nog een ander sterrenstelsel. Echt heel indrukwekkend om zo’n heldere sterrenhemel te kunnen zien.


Vervolgens ben ik door gegaan naar Christchurch. Daar heb ik een aantal dagen door gebracht. Daar ben ik best veel bij het hostel zelf geweest in plaats van echt te stad te bekijken omdat het daar gewoon heel gezellig was haha. Wel had ik nog een dagje afgesproken met iemand die ik in Taupo had leren kennen en met haar alsnog Christchurch verkend.


Daarna kwam ik al weer in Nelson (daar ligt het midden van Nieuw-Zeeland) om vervolgens door te gaan naar Wellington. In Wellington ben in naar Zealandia gegaan wat een soort natuurpark is waar ze proberen een stukje Nieuw-Zeeland te herstellen in de staat zoals het was voordat er mensen kwamen. Eerst zat heel Nieuw-Zeeland namelijk vol met vogels maar door de invoering van dieren die de vogels bedreigen door mensen zijn de hoeveelheid vogels sterk afgenomen. Zodra je Zealandia ook binnen komt voelt het alsof je Jurassic Park binnen komt door de gigantische dubbele stalen deuren. Dit alles om te zorgen dat er geen muizen, katten of opossums binnen komen. Het is wel bijzonder om zoveel verschillende vogels te kunnen zien en de hele tijd te kunnen luisteren naar de kakofonie van allerlei vogels.


Vanaf Wellington was het eigenlijk vooral een reis naar Auckland om op 1 mei naar Bangkok te kunnen vliegen. Ondanks dat het weer er niet beter op werd in Nieuw-Zeeland en dat ik echt veel zin in Thailand had, deed het toch wel even zeer om weg te gaan uit Nieuw-Zeeland. Ik zou heel graag nog een keer terug willen gaan.


Vanuit het over het algemene nogal rustige Nieuw-Zeeland was het nogal chaotische Bangkok wel even schakelen haha. Op de eerste dag had ik heel de ochtend mijn eigen chauffeur in een tuktuk die mij allerlei verschillende tempels in de stad heeft laten zien. Hij vroeg er aan het einde omgerekend nog geen 25 cent voor met de voorwaarde dat ik even bij een zaak naar binnen zou lopen en zou doen alsof ik interesse had in een maatpak. Hij kreeg van die zaak dan een tankbon. Kom ik daar, in mijn wijde broek, slippers, hemdje en dreadlocks even doen of ik interesse had?. Ik had in ieder geval wel lol met mijn tuktuk chauffeur.


De dag daarna heb ik op aanraden van mijn ouders een fietstocht gedaan door Bangkok. We zijn daar door China town door allerlei vage kleine straatjes gefietst waardoor je op plekken komt waar je anders als toerist nooit zou komen. Het gaf wel een goed beeld van het echte leven in Bangkok. Daarna zijn we met een bootje over wat rivieren gegaan (overal varanen!) om bij bet buitengebied van Bangkok weer uit te stappen en daar verder te fietsen. Dit gaf toch wel weer een wat rustiger beeld van de miljoenenstad.


De dag daarna heb ik me nog even uit elkaar laten trekken bij een Thaise massage. Je kunt rustig zeggen dat je in aardig ongemakkelijke posities terechts komt maar daarna voel je je wel weer herboren.


Daarna ging de reis door naar Ayutthaya. Dit was voorheen de hoofdstad van Thailand maar het werd in de 18e eeuw door de Birmezen gesloopt. Wat er nu nog te zien was waren de ruïnes van de vele tempels die er vroegen stonden. In Ayutthaya ben ik me ook helemaal te buiten gegaan aan al het unieke en heerlijk verse fruit. Alle mango’s, ananas en bananen gaan straks in Nederland wel weer een beetje tegenvallen haha. Bovendien heb me ook aan de doerian gewaagd. Eerst vond het het een beetje twijfelachtig omdat het wel echt een hele vreemde smaak is. Inmiddels is het (net als bij een groot deel van de Thaise bevolking) een van mijn favorieten haha.


Na Ayutthaya ben ik naar Sukhothai gegaan wat weer de hoofdstad was voordat Ayutthaya het was. Er staan dus overal de overblijfselen van 11e en 12e eeuwse tempels. Daar heb ik een fiets gehuurd om alles in de buurt te kunnen bekijken. Aan het eind van deze tocht was ik wel een beetje tempelmoe dus die ga ik even niet meer bezoeken haha.


Nu ben ik in Chiang Mai en morgen ga ik naar een olifantenreservaat waar ze olifanten hebben gered uit de entertainment industrie. Daar ga ik een lange wandeltocht maken en blijf er bovendien slapen. Kan ik na Bangkok en twee historische steden eens van de Thaise natuur gaan genieten.


Ik hoop de volgende update iets sneller te schrijven dan deze haha.


Groetjes vanuit het zonovergoten Thailand.

The Deep South

Kia Ora!


Zo, inmiddels al weer de honderdste dag dat ik van huis weg ben. De laatste keer was ik in Queenstown en daar ben ik nu weer. Het is nu alleen even als tussenstop want ik was vanochtend nog in Dunedin en ik ga morgen weer naar Lake Tekapo.


Twee weken terug heb ik de Greenstone Caples track gedaan. Dit was vergeleken met een andere tracks een vrij eenvoudige maar daardoor niet minder mooie track. De eerste twee nachten heb ik gespendeerd in een oude hut die niet op de route lag en ook niet stond aangegeven. Het was een kleine 3-persoonshut waar tegenwoordig eigenlijk niemand meer komt. Ik was er door Anna op gewezen en door goed op de kaart te kijken en ergen een rivier stroomopwaarts te volgen kon je de hut vinden. Ik heb er twee nachten geslapen omdat het mij wel eens bijzonder leek om een hele dag volledig alleen te zijn. Toen ik vervolgens door ging naar de volgende hut stortte het weer helaas in. De vallei was prachtig om doorheen te lopen maar door gebrek aan beschutting en de harde regen werd het wel een beetje koud. Bovendien werd het pad ook steeds uitdagender omdat zich allerlei modderpoelen en riviertjes over het pad begonnen te vormen. Aan de andere kant, tegen de tijd dat ik helemaal doorweekt aankwam in de hut, was het des te lekkerder om droge kleren aan te trekken en lekker warm in mijn slaapzak te kruipen. In de hut heb ik Yuval leren kennen, iemand uit Israel. De volgende dag ben ik met Yuval het meest uitdagende deel van de route gaan (het enige deel met een serieuze klim en afdaling). Gelukkig was het weer die dag weer beter, want zeker als je omhoog klimt is het altijd goed als je met een mooi uitzicht wordt beloond. Aangekomen in de laatste hut heb ik alweer afscheid van Yuval moeten nemen. Hij was namelijk met een nogal klein autootje naar het parkeerterrein gereden en om daar te komen moet je door een aantal riviertjes heen. De volgende dag was er zware regen voorspeld wat zou beteken dat Yuval niet meer weg zou kunnen. Ik had echter een bus geboekt maar die zou mij twee nachten later om 10 uur ‘s ochtends ophalen dus ik heb ook in die hut twee nachten gespendeerd. Vanaf die hut was het nog maar een klein stukje naar de parkeerplaats (2,5 uur) dus de bus halen was niet zo moeilijk.


Na mijn hike ben ik terug gegaan naar Queenstown om daar vervolgens weer zo snel mogelijk vandaan te gaan. De reis vervolgde naar Fiordland national park om daar een cruise te doen over Milford Sound. Het werd aangeprezen als de mooiste weg van NZ en als een van de mooiste wegen ter wereld. Eerst was ik een beetje teleurgesteld omdat het nogal slecht weer was, maar achteraf gezien was ik daar zelfs best wel blij mee. Het is zonder twijfel het mooiste en ruigste landschap dat ik ooit in mijn leven heb gezien en door alle regen en mist kreeg het echt een soort mysterieuze sfeer. Ik vond bepaalde stukken zo bizar dat het gewoon surrealistisch aanvoelde, alsof het computer gegenereerde beelden waren ofzo. Het is altijd jammer dat wanneer je landschappen fotografeert, dat de sfeer in de indruk nooit echt over komt.

(Over foto’s gesproken, heb een aantal dagen geleden, toen ik goed internet had, nog eens geprobeerd foto’s te uploaden naar deze website maar het wil me nog steeds niet lukken. Als jullie wat foto’s of videos willen bekijken heb ik wel een gedeeld iCloud photo album waar ik wel regelmatig dingen naar upload: https://www.icloud.com/sharedalbum/#B11532ODWJ66LsG

Ik weet niet zeker of ik dit al eerder had gezegd, maar anders voor de zekerheid haha)

Toen we de weg tot het eind hadden gereden kwamen we uit bij de haven van Milford Sound. Daar hebben we een rondvaart gehad door het fjord met eveneens betoverende landschappen. Tijdens de rondvaart werd de voorkant van het schip twee keer onder een waterval gestoken zodat de mensen op het voorste dek een lekkere douche kregen. Zelf dacht ik slim te zijn door op het bovendek te gaan staan maar ook mij werd geen nat pak bespaard haha. Tijdens de rondvaart hebben we ook nog zeehonden en dolfijnen gezien.


Na de rondvaart zijn we weer over dezelfde weg (er is er maar één) het national park uitgereden en hebben we vervolgens onze weg naar Invercargill vervolgd. Daar heb ik twee nachten op meest gastvrije vakantiepark ooit gestaan. We konden gewoon naar een kamer en inchecken kwam de volgende dag wel. Aangezien ik als enige twee nachten bleef kreeg ik een gratis upgrade naar mijn eigen kamer met tweepersoonsbed. Toen ik de volgende middag wilde gaan betalen werd het nog eens goedkoper omdat de eigenaar geen zin had in wisselgeld. Het mooiste was nog dat hij mij heeft afgezet in Invercargill (dat was 7 km van het vakantiepark vandaan) en zei dat ik gewoon maar moest bellen als ik opgehaald moest worden. In Invercargill heb ik vooral dingen gedaan zoals boodschappen doen, naar een museum gaan en door een park lopen. Toen ik had gebeld om opgehaald te worden kwam de vader van de eigenaar mij oppikken en toen hij vroeg wat ik gedaan had kwam hij er achter dat ik ‘The fastest Indian’ nog niet gezien had. In een soort bouwmarkt van Invercargill staat een hele verzamelijk oude en bijzondere motorfietsen en auto’s. Het topstuk is de Indian Scout, een aangepaste versie die in 1967 het snelheidsrecord voor de klasse onder de 1000cc heeft gehaald dat vandaag de dag nog steeds staat. Toen ik hem zag vond ik het al wonderbaarlijk als hij 150 km/h gehaald zou hebben, maar het record is 297 km/h.


Daarna ben ik een paar dagen in Dunedin geweest, maar door het koude en natte weer (afgemaakt door hagel en natte sneeuw) ben ik niet heel veel buiten geweest. Op een middag ben ik wel door de stad en het museum geweest. Dunedin was de eerste echte stad van NZ en is in principe een Nieuw-Zeelandse versie van Edinburgh (zeker qua architectuur).


Hier in Queenstown was het alweer zonnig en de temperaturen ook alweer bezig. Ik begin nu weer naar het Noorden te reizen en ben nog een beetje aan het nadenken hoe ik mijn laatste twee weken in Nieuw-Zeeland ga spenderen. Of beter gezegd: de laatste twee keer knipperen hier.


De eerste stap is in ieder geval door morgen naar Lake Tekapo te gaan en vervolgens naar Christchurch.


Tot later!

Motatapu Track en bungeejumpen

Kia Ora!

Zoals gezegd ben ik vorige week woensdag gestart met mijn vorige hike. Het oorspronkelijke plan was om vanuit Wanaka naar de Rose hut te gaan en daarna weer terug. Bij het bezoekerscentrum werd mij verteld dat als ik verder wilde dat ik dan een tent nodig zou hebben omdat je in Macetown (een verlaten dorp waar vroeger goudmijnen zijn geweest) geen hut hebt.
Aan het begin van de track heb ik de Duitse Anna ontmoet die bezig was de TA te lopen (Te Araroa, een 3000 km lange tocht van cape Reinga tot en met Bluff). Toen we aankwamen bij Fern hut was Nils daar, een andere TA hiker die Anna al kende van eerder op de route. Aangezien de hut geen vuurplaats of iets dergelijks had was het een lekker koude avond. De volgende ochtend was het echt slecht weer. Ik was 8 uur klaar om te vertrekken maar had het toch maar even uitgesteld in de hoop op beter weer. Gedurende het wachten zagen we de bergtop waar we overheen moesten gaan steeds witter en witter worden van de sneeuw. Uiteindelijk kwam het witte steeds dichter bij en had bijna iedereen in de hut besloten maar een dag te wachten in de hoop op beter weer. Later was het bij de hut zelf ook aan het sneeuwen (op maar zo’n 600 m hoogte). Aangezien het zo koud was hebben we heel de middag in onze slaapzakken aan tafel zitten kaarten met de mensen in de hut. Één iemand had de oversteek naar de andere kant van de berg gewaagd, maar kwam 8 uur later helemaal doorweekt en bijna onderkoelt terug. Het was te gevaarlijk om aan de andere kant af te dalen. Hij had het over 40 cm sneeuw bij de top. Ik was uiteindelijk toch wel blij dat ik had besloten in de hut te blijven.
Aangezien er de volgende dag nog steeds veel sneeuw lag (gelukkig wel mooi weer!) had ik besloten om maar met Anna en Nils mee te lopen om niet alleen te zijn tijdens het beklimmen en afdalen van de besneeuwde bergen. De afdaling was behoorlijk steil en over een bergkam waardoor je aan beide kanten afgrond had. Bovenaan had Nils ons even uitgelegd en gedemonstreerd hoe je moest handelen indien je van de berg af zou glijden. Het was voor ons wel makkelijk dat hij alpine trainingen heeft gehad. De sneeuw zorgde er wel voor dat het uitzicht bovenaan werkelijk adembenemend was. Bovendien beviel het mij wel om ook eens door de sneeuw te hebben gehiked. Ondanks een aantal glijpartijen zijn we uiteindelijk veilig bij Highland Creek hut aangekomen.
De dag erna was een behoorlijk zware dag. We zijn twee keer 500 meter geklommen en 500 meter gedaald over een afstand van 11 km. Uiteindelijk kwamen we bij Rose hut, mijn initiële eindbestemming. Daar wierpen Anna en Nils het balletje op dat het ook een mogelijkheid was om gewoon verder te gaan. In Macetown waren twee potentiële slaapplekken. We hoorde van iemand dat je de historische huizen gewoon kan en mag betreden en dat er nergens staat dat je er niet mag slapen. Daarnaast was er net na Macetown, zo’n 500 m van de route, nog een hut aangegeven op de kaart. De 8 mile hut. Het leek mij uiteindelijk dan leuker om door te gaan en uiteindelijk in Arrowtown uit te komen en dan terug naar Wanaka te liften, dan om heel de route weer terug te lopen. Ik besloot daarom de gok maar te nemen in de hoop een slaapplaats te vinden bij Macetown. Anna en Nils hadden het plan naar Arrowtown te lopen en daar bij het meer te gaan kamperen. Maar aangezien dat qua klimmen en dalen vergelijkbaar was met de vorige dag maar dan 22 km in plaats van 11 km, leek mij dat net iets te heftig. Ik had niet net als Anna en Nils al ruim 2500 km training gehad en voeten die immuun zijn voor blaren.
Na de eerste klim en afdaling hadden we een keuze. Of we konden de slecht weer route nemen wat 6 km lang steeds korte stukken steil omhoog en naar beneden was, of we konden 4 km door de rivier (vandaar de slecht weer route, bij veel regen is de rivier te gevaarlijk om dat te doen). Uiteindelijk leek het ons leuker en avontuurlijker om de rivier te volgen. Aangezien we op veel plekken tot kniehoogte in het water stonden waren onze schoenen goed nat. Het ijskoude water had wel een heerlijk koelend effect op de blaren die ik tijdens de afdaling had ontwikkeld. Toen we uiteindelijk weer uit de rivier kwamen waren we in Macetown. De twee huizen die er nog stonden waren theoretisch geschikt om in te overnachten. Maar aangezien de vloer bedekt was met grind en ik geen matje bij had leek het mij niet echt aantrekkelijk daar te slapen. Ik daarom maar door gegaan in de hoop 8 mile hut te vinden. We hebben nog in de boomgaard van Macetown geluncht die vol hing met overheerlijke peren. Na Macetown heb ik afscheid genomen van Anna en Nils en ben ik richting 8 mile hut gegaan terwijl zij de andere richting op gingen naar Arrowtown. Eenmaal bij 8 mile hut bleek er geen hut te zijn dus ben ik maar terug naar de route gegaan. Ik had geen zin om in Macetown te slapen dus ben ik uiteindelijk ook maar naar Arrowtown gegaan. Eenmaal in Arrowtown kwam ik tot de conclusie dat daar geen hostels waren. Ik was echt behoorlijk gesloopt en had ook geen zin om nog een poging te doen te gaan liften naar Wanaka. Uiteindelijk heb ik in een bungalow geslapen op een vakantiepark in Arrowtown wat gelijk mijn meest luxueuze verblijf was van heel NZ. Dat lag toch wel een stuk beter dab dat het grind in Macetown had gelegen. Uiteindelijk bleken Anna en Nils op hetzelfde vakantiepark te staan aangezien ze geen puf meer hadden gehad om verder te gaan. De volgende dag ben ik weer terug naar Wanaka gelift.

Inmiddels ben ik in Queenstown en daar heb ik gisteren een bungeejump van 134 meter gedaan en de grootste commerciële swing ter wereld, met een booglengte van 300 meter. Beiden hebben wel weer voor de nodige spanning en sensatie gezorgd. Nu ik deze heb gedaan hoop ik ook nog een de bungee in China te kunnen doen, die een hoogte van 200m heeft. Bungeejumpen is iets wat ik zeker nog wel vaker wil gaan doen. Aangezien ik eerst werd ingedeeld om de bungeejump te doen dacht ik dat daarna de swing wel een beetje tegen zou vallen. Daarom ben ik ondersteboven in het zitje gaan zitten om het een beetje interessant te houden haha.

Morgen verlaat ik Queenstown weer om de Greenstone Caples track te gaan doen. Qua stijgen en dalen is deze een stuk gemakkelijker dan de vorige hike dus dat moet goed komen. Na de hike kom ik weer voor twee nachten terug in Queenstown om daarna naar Milford Sound te gaan. De weg er naartoe door het Fiordland National Park is volgens National Geographic een van de mooiste wegen ter wereld dus ik ben benieuwd. In het park zijn vanwege de mooie omgeving films zoals Lord of the Rings, X-Men en Jurassic Park opgenomen. Verder in het park hebben we een cruise door Milford sound.

Groeten uit Queenstown!

Nelson Lakes national park

Kia Ora!

Aan de datum van mijn vorige blog te zien is de tijd weer eens snel gegaan. Na mijn vorige blog ben ik nog een paar dagen alleen bij de Newton geweest. Ik heb later nog geleerd hoe je gras moet maaien met een zeis en daarmee een paar daar een gigantisch stuk van de tuin bewerkt. Na een paar dagen afscheid genomen van Lukas die weer verder ging naar het Zuiden. Een dag later kwamen Anu en Grace op bezoek. Een Australisch/Nieuw-Zeelands koppel dat muziek maakt en door Australië en Nieuw-Zeeland tourt. Zij hebben eerder ook bij Stephen aan WWOOFing gedaan en kenden hem daar ook van. Het was dus een avond vol muziek en ze hadden, omdat ze Stephen zo’n bijzondere en inspirerende man vonden, een lied over hem geschreven dat ze meerdere keren hebben opgedragen. Dat was echt een bijzonder leuke avond.
Daarna ben ik nog 1 dag bij Stephen geweest voordat ik zelf ben begonnen aan mijn hike in het Nelson Lakes National park. Ik was om 9 uur ‘s ochtend weggegaan bij Stephen, maar (om een lang verhaal kort te maken) omdat ik onderweg niet overal even snel mee was en aangezien ik nogal pech had met liften was het 18 uur tegen de tijd dat ik aan de start van de track stond. De eerste hut was 3 uur lopen dus die had in ik theorie moeten kunnen bereiken voor het donker. Maar aangezien sommige stukken van de track niet in beste staat waren door de cyclonen van laatste tijd duurde het allemaal langer dan gepland. Uiteindelijk werd het wel donker en ben ik door het missen van bordjes een aantal keer het pad kwijt geraakt. Tegen de tijd dat ik bij de hut aan kwam was het al lang volledig donker en ik was dan ook aardig blij toen ik er was.
Lukas had mij als advies meegegeven dat ik het beste blikken bonen mee kon nemen en appels. Ik had daarom 6 blikken bonen, 10 appels, 1 kg rijst en 1 kg havermout. Daarnaast had ik nog wat andere overbodige zware dingen bij dat er samen voor zorgde dag mijn backpack onnodig veel te zwaar was. Ik had die dag maar zo’n 17 km gelopen maar was toch al behoorlijk gesloopt.
Na een goede nachtrust (onder het genot van het rustige wiegen van een rustige aardbeving) was ik klaar voor de tweede dag. Die bleek ook best een uitdaging omdat het pad echt heel gehavend was door de cyclonen met ongevallen bomen en ingestorte paden. Wanneer je op meerdere hutten afstand van het dichtstbijzijnde parkeerterrein zijn we geen dagjesmensen meer waardoor het heerlijk rustig wordt. Je kunt dan uren lopen zonder mensen tegen te komen. Je hoort dan buiten de vogels, het water of de wind dan ook helemaal niks. Het is ook echt heerlijk om in de bergen te zitten en daar de zon onder te zien gaan en ook weer op te zien komen. Iedereen gaat in die hutten gewoon slapen als het donker door een gebrek aan elektriciteit en wordt weer wakker vroeg in de morgen. Halverwege mijn totale hike zat ik op een punt met een prachtig ver uitzicht bij een strak blauwe lucht. Omdat het daar zo mooi was heb ik daar meer dan een uur gezeten en gewoon van de stilte genoten. Er kwam in al die tijd dan ook niemand voorbij waardoor het heel alleen (lees niet eenzaam) was, heerlijk.
In totaal heb ik 80 km gelopen (wat eigenlijk niks zegt aangezien je op de meeste plekken niet veel sneller dan 1 of 2 km/h vooruit komt) en er vijf nachten geslapen. Daarna ben ik weer terug naar de Newton gegaan, waar ik nog één nacht heb geslapen voordat ik naar Westport ging.
Daar heb ik niet heel veel gedaan voordat ik weer op de Kiwi bus ben gestapt en verder ben gegaan naar Lake Mahinapua. Het Lake Mahinapua hostel is een bijzondere stop met de kiwi bus aangezien het een hostel is waar alleen mensen die met de Kiwi Experience reizen komen. Ze doen daar elke avond een soort verkleedfeest. Het thema was ‘first letter of your name’ en aangezien het die avond ook St Patricks dag werd kon je ook iets groens gebruiken. Toen we in Greymouth waren getopt had ik voor 6 dollar wat wegwerptafelkleden, ballon en tape gekocht om een groen-wit jester pak te knutselen. Later bleek het een wedstrijd te zijn waar ik de tweede prijs mee heb gewonnen. Ideaal, want de prijs was een camera package bij een bungee jump in Queenstown. Ik was sowieso al van plan die te doen maar had in gedachten de camera package al wegbezuinigd aangezien ik 80 dollar vrij veel vond en bij mijn skydive ook al een camera package heb genomen. Maar nu heb ik hem gewonnen haha.
Bij het Mahinupua hostel heb ik uit een stuk greenstone (met de hulp van een vakman) nog een pijlpunt geslepen en hier een ketting van gemaakt.

Later ben ik ook nog in Franz Josef geweest waar ik een ééndaagse wandeling, de Robert Point track, heb gedaan om een blik te kunnen werpen op de Franz Josef gletsjer. Op zich een hele mooie wandeling maar naar mijn mening net iets te toeristisch. (Om dan nog maar niet te spreken over de helikopters die elk kwartier over vlogen om toeristen uitzicht te geven of af te zetten op de gletsjer.)

Nu ben ik Wanaka waar ik me heb voorbereid op mijn volgende hike. Eerst wilde ik de Gillespie Pass track gaan doen maar die werd me sterk afgeraden in verband met de heftige regen van de laatste dagen. Kon nogal gevaarlijk zijn, zeker met de hoeveelheid rivieren die je over moet steken. Nu werd me de Motatapu track aangeraden. Daar is de komende week nauwelijks regen dus dat moet een stuk beter zijn. Als het goed is ben ik dit keer voor zes nachten weg. Een van de dagen ga ik waarschijnlijk niet lopen maar gewoon een dagje lekker afgelegen in de bergen spenderen. Als het goed is ga ik nu maar 52 km lopen, maar het is wel veel meer stijgen en dalen dit keer.
De eerste hut is morgen maar 4 tot 5 uur lopen en de start is hier 20 min vandaan met de auto dus het moet me dit keer veel makkelijker afgaan om voor het donker de eerste hut te bereiken haha.

Na de hike blijf ik waarschijnlijk nog 1 of 2 nachten in Wanaka om vervolgens naar Queenstown te gaan om te gaan bungeejumpen. Mijn plan gaat momenteel nog niet veel verder dan dat. Maar dat zien we dan wel weer.

Tot de volgende!

The Newton Livery

Hallo allemaal,

Momenteel zit ik bij de Upper Buller Gorge vlakbij Murchison op de Newton Livery. De Newton Livery is een boerderij waar ik nu al zo’n drie weken verblijf. Ik werk hier zo’n zes dagen per week voor ongeveer vijf uur per dag en in ruil daarvoor heb ik verblijf en onderdak. In de praktijk komen die uren allemaal niet zo nauw, je werkt gewoon tot de klus waar je mee bezig bent klaar is en neemt pauze wanneer je daar zin in hebt. De ene dag is het heel de dag werken, de andere dag weer bijna niks. De boerderij was vroeger een hotel voor de reiziger die vanaf het noorden van het eiland naar de westkust wilde gaan. In 1920 is het echter grotendeels afgebrand en opnieuw opgebouwd. Daarna heeft de huidige eigenaar, Stephen, het zo’n 40 jaar geleden na 20 jaar leegstand voor 1500 dollar gekocht. Vrij bizar als je bedenkt dat er 135 km2 grond bij zit. Buiten de doorgaande weg die er langs gaat is er verder niks. Er is geen elektriciteit (buiten de zonnepanelen op het dak en de generator uit 1980), geen waterleiding (het water dat we gebruiken is bergwater), geen riolering en niet eens bereik met je mobiele telefoon. Het komt er dus op neer dat de Newton Livery volledig zelfvoorzienend is. De dichtstbijzijnde buren zijn 2 km verder en het dichtstbijzijnde gehucht is 19 km verder. Stephen heeft 11 van die grote Clydesdale paarden die hij onder andere gebruikt om het land mee om te ploegen. Daarnaast heeft hij ook nog zo’n oude huifkar die hij gebruikt om mee door het land te trekken als vakantie. Hij heeft ook een aantal koeien en een stier. Een van en koeien heeft hij voor de melk, de rest is voor het vlees. Van de melk maakt hij zelf boter, kaas, slagroom en yoghurt. Daarnaast maakt hij ook zijn eigen brood, bier, jam, chutney, sauzen en meer. Leven op de Newton Livery is als leven in een museum. Veel van het gereedschap en de werktuigen die Stephen gebruikt zouden zo in een museum kunnen passen. Ik blijf me dan ook steeds verbazen over de dingen die hij gebruikt en wat nog daadwerkelijk functioneert. Daarnaast koken we meestal op houtgestookt vuur, en die kachel wordt ook meteen gebruikt als oven. Er is ook de mogelijkheid om met gas te koken maar liever op hout. Aangezien Stephen een uitgebreide moestuin en boomgaard heeft eten we elke dag verse groenten en fruit. Bij gebrek aan internet leer je vanzelf creatief te worden met het koken van eten aangezien je niet even makkelijk een recept op kan zoeken. Meestal zegt Stephen welke ingrediënten ik kan gebruiken (of moet omdat ze anders over de datum gaan) en zoek voor de rest maar uit wat je er mee doet.

Stephen is een 68 jarige man en een echte boer. Hij loopt altijd op zijn blote voeten en kan in doen en laten simpel maar effectief zijn. Daarnaast heb ik hem dingen zien doen zoals met zijn blote handen een muis dood slaan en laats heeft hij ook een rat dood getrapt. Aangezien hij zelf niet echt meer in goede vorm is (diverse motor- en paardrijongelukken gehad, een slechte rug door het altijd werken op het land en andere lichamelijke ongemakkelijkheden zoals bijna doof en het niet hebben van tanden) heeft hij steeds WWOOF’ers in huis (mensen zoals ik, werken voor onderdak en eten). Gedurende mijn verblijf ben ik steeds geweest samen met Lukas. Dat is een 18-jarige Duitser die er al sinds half januari zit. Voor Stephen is het ideaal aangezien hij nu veel dingen heeft kunnen doen dat het tilwerk van twee man vereist zoals het verplaatsen van poorten enzo.
Daarnaast komt Helis ook zo nu en dan langs, dat is een Frans meisje die hier 7 jaar geleden voor het eerst kwam WWOOF’en en twee jaar in een ander huis van Stephen heeft gewoond (15 min lopen van het huis staat een speciaal huis voor WWOOF’ers, maar sinds Stephen’s kinderen uit huis zijn slapen de WWOOF’ers gewoon bij hem in huis). Helis probeert al jaren in NZ te komen wonen maar ze krijgt steeds geen verblijfsvergunning dus is ze steeds voor een aantal maanden in NZ en dan gaat ze weer weg. Ze is een imker en heeft in opdracht van de Franse overheid door heel Europa getrokken om onderzoek naar bijen te doen. Ik heb dus ook al aardig wat over bijen geleerd.
Van de Murchison community ken ik ook al een deel omdat veel mensen bij Stephen over de vloer komen, maar ook omdat ik bijvoorbeeld mee heb geholpen met verzamelen van de hooibalen van het hand samen met wat lokale boeren. Bovendien leer ik steeds meer mensen in het dorp kennen omdat die mensen hier heel open zijn en je makkelijk een gesprek begint met vreemdelingen.
Het grappige van de mensen hier is dat ze bij een verjaardag of bruiloft allemaal een soort mini festival organiseren. Zo hebben dan een veld waar alle tenten en caravans enzo staan, iedereen neemt eten en drinken mee en ze regelen een podium. Schijnbaar wonen hier genoeg muzikale mensen om meerdere dagen achter elkaar live muziek te hebben.

De werkzaamheden die ik hier doe zijn heel divers. Het kan tuinieren zijn, het zorgen voor dieren, het plukken en rooien van groente en fruit, schuurtjes opruimen, hekwerken plaatsen, hout hakken, schoonmaken, gereedschap maken, reparaties aan het dak, brood bakken, boter maken, jam maken, koken, echt van alles.

Aangezien de meeste dingen buiten te doen zijn hebben we het vaak rustig als het een dag regent. Meestal gaan we dan dingen doen zoals boter maken. Maar meestal ben je daar ook geen hele dag mee kwijt. Vaak wordt ik dan creatief voor de lunch of ga ik koekjes bakken ofzo. Daarnaast besteed ik een groot deel van mijn vrije tijd aan lezen. Bij mooi weer kan ik in mijn vrije tijd ook naar de rivier gaan. Er grenst een vrij grote rivier aan Stephens tuin en daar heb je dan ook een privé stukje om te zwemmen. Ik wil op dag eigenlijk nog naar de overkant zwemmen maar ik moet even een goed stuk zien te vinden waar dat veilig kan. De stroming is namelijk heel erg sterk en ik zie het niet zitten om tegen een rots aan te slaan. Daarnaast is de rivier erg diep dus het bied wel mogelijkheden om van hoge rotsen in het water te springen.

De afgelopen paar dagen zou ik eigenlijk met Lukas een meerdaagse hike gaan doen. Van donderdag t/m vandaag (zondag) is Stephen naar een bruiloft en is er niet per se iemand nodig bij de boerderij. Woensdag waren Lukas en ik naar de Murchison gegaan om ons voor te bereiden op de meerdaagse hike. We hadden de route uitgestippeld, ik had de nodige spullen gekocht (mijn bagage was nog niet echt voorbereid op een meerdaagse hike) en we hadden voldoende voedsel gekocht om mee te nemen. Toen we terug kwamen van het dorp had ik mijn tas gelijk ingepakt zodat we de volgende ochtend op tijd zouden kunnen vertrekken. Daarna kreeg ik het echter helaas voor elkaar om tijdens het rooien van wat aardappels voor het avondeten een hooivork in mijn grote teen te steken. Het leek op zich wel mee te vallen, ik had de wond schoon gemaakt en ontsmet met honing. ‘s Nachts werd ik alleen wakker omdat mijn teen dusdanig pijn was gaan doen dat ik twee paracetamols nodig had om weer in slaap te kunnen komen. De volgende ochtend had ik dus toch maar besloten om maar niet mee te gaan met de hike. De afgelopen paar dagen heb ik dus alleen bij de Newton Livery gespendeerd. Op zich is het best lekker tot rust komen als je een paar dagen op een boerderij, alleen, zonder contact met de buitenwereld je dagen spendeert aan zwemmen, koken, koekjes bakken en lezen. Vandaag ben ik maar naar het dorp gelift om weer even contact met thuis op te nemen en om deze blog te schrijven. Tijdens het liften leuke mensen ontmoet en ze hebben mij gelijk uitgenodigd om langs te komen als ik weer in Wellington ben.

Ik blijf denk ik nog een dag of 10 bij de Newton Livery en daarna ga ik denk ik door naar Westport. Het zou kunnen dat ik eerst nog de 5-daagse hike ga doen die Lukas momenteel nog aan het doen is, maar dat hangt een beetje af van Lukas zijn reactie en het weer. Anders ga ik door naar Westport en ga ik op andere plekken nog meerdaagse hikes plannen. Nu mijn zinnen daar op gezet zijn zal ik het ook gaan doen, alleen de volgende keer ga ik proberen geen hooivork in mijn teen te steken de dag voordat ik wegga. ?

Groeten uit het momenteel regenachtige maar niet koude Murchison??

Tongariro crossing, Wellington en Kaiteriteri

Kia Ora!

Blijkbaar is het al weer meer dan twee weken geleden dat ik van me heb laten horen. De tijd gaat blijkbaar weer erg snel haha dus grote kans dat dit een aardig verhaal gaat worden aangezien ik toch het één en ander mee heb gemaakt. De vorige keer dat ik iets schreef zat ik nog in Taupo. Ik was daar best een poos gebleven om de Tongariro crossing te kunnen doen (Voor de Lord of the Rings liefhebbers, de wandeltocht langs Mt Doom). Schijnbaar gaan de shuttles maar 30% van het jaar omdat het weer het de andere dagen niet toelaat (Ik heb eigenwijze mensen gesproken die alsnog gegaan waren op die dagen, maar die zelf vervoer hadden en die zeiden dat het echt een ramp was. Vrieskou, regen, geen uitzicht dus uiteindelijk een beetje zinloos). Toen ik aankwam in Taupo hoorde ik gelijk dat het voor mijn volledige verblijf in Taupo geannuleerd was. Op mijn laatste dag in Taupo hoorde ik echter dat hij de volgende dag door zou gaan dus had ik gelijk een nacht extra bijgeboekt in mijn Hostel en mijn busreis verzet. Aangezien er gemiddeld 5000 mensen per dag over het 19 km lange pad gaan (en nog veel meer na een week van slecht weer) vertrokken we ‘s ochtends al om 05.20 uur om de drukte voor te zijn. Naar anderhalf uur met de bus waren we op bestemming konden we de klim beginnen. Het eerste uur was nogal vlak en redelijk makkelijk maar daarna begon de klim van Mt Ngarahoe (Mt Doom) en dat werd wel aardig pittig. Bijzonder was dat het op dat moment aardig dicht begon te trekken en dat je door de hoogte op een gegeven moment door de wolken liep. Aangezien het allemaal van dat donkere vulkaanlandsschap is in combinatie met die dikke mist voelde het daar bijna buitenaards. Vervolgens ging het pad over naar Mt Tongariro over een soort vlakte. Ik weet nog steeds niet hoe dat er uit ziet aangezien we door dikke mist liepen. Even later liep ik over een gedeelte waar aan beide kanten afgrond was, en door de dikke mist en harde wind was het echt heel koud daar. Van te voren werd ons verteld dat het daar rond het vriespunt zou zijn dus ik was gelukkig voorbereid. Maar ik was wel blij dat ik op dat moment niet zeiknat was van de regen anders was dat echt niet leuk meer geweest. Toen ik bijna bij de top was klaarde het ineens op waardoor in een keer het het uitzicht zichtbaar was dat al die tijd verborgen was achter de mist. Omdat de impact van zo’n uitzicht een beetje lastig te omschrijven is kan ik niet veel meer zeggen dan dat het erg mooi was. Een vulkaanlandschap met bergmeren is iets wat ik nooit eerder zo heb gezien. Het leuke was dat je achter de bergen in de verte zag dat je daarna bovenop de wolken keek waardoor je ineens realiseerde dat je intussen ineens behoorlijk hoog was (1886m). Na de top was het een rustige wandeling naar beneden. Aan het eind stond de bus te wachten die ons in een uur weer terug naar Taupo bracht.

De volgende dag bracht de bus ons naar River valley. Een heel erg afgelegen locatie tussen de heuvels waar niet veel meer was dan een rivier en een hostel. Het was dusdanig afgelegen dat er geen bereik was met je telefoon, geen Wi-fi en een beperkte hoeveelheid water. Daar heb ik nog geslapen in een 20-persoons stapelbed. 10 Mensen naast elkaar op de onderste laag en hetzelfde voor de bovenste laag. Ondanks dat dit niet het meest ruime/comfortabele bed tot nu toe was, was het in ieder geval een unieke ervaring. De reden dat we in River valleywaren is omdat dit een heel mooie locatie was om te gaan raften of om paard te rijden. Om een beetje op mijn uitgavepatroon te letten had ik besloten daar maar even niks te doen. Bovendien was er die avond een feest in het hostel en de activitieten begonnen om 8 uur ‘s morgens omdat de bus ‘s middags al weer door ging. De rivier daar was echter een graadje of 20 dus het bood wel de mogelijk om nog lekker te zwemmen daar.

De volgende dag gingen we door naar Wellington. Normaal heb ik niks met grote steden en wil ik er over het algemeen zo snel mogelijk weer vandaan zijn, maar ik kijk nu al uit naar de volgende keer dat ik in Wellington ben. De mensen zijn er vriendelijk, de stad is gezellig en schoon en er is vanalles te doen. Ik kan nog steeds niet helemaal plaatsen wat er zo anders was aan Wellington, maar het was er echt heel leuk.

Die paar dagen in Wellington heb ik vooral gespendeerd aan wandelingen, een museumbezoek, een dagje strand en gratis concerten in de botanische tuinen. Daarnaast heb ik nog een Lord of the Rings movie tour gedaan. Daarbij hebben we een heleboel filmlocaties in de buurt bezocht en hebben we een rondleiding gekregen door de Weta Cave (de studio dus die LotR heeft geproduceerd, maar ook mee heeft geholpen aan Avatar, King Kong, Warcraft, Furious 7, Chappie, Avangers en nog veel meer). Ik zou waarschijnlijk een half boek kunnen schrijven over wat ik gezien en geleerd heb gedurende die dag, maar aangezien dit verhaal al lang genoeg ga ik dat niet doen. Wanneer ik weer thuis ben wil ik het uiteraard allemaal met geuren en kleuren toelichten haha.

Vervolgens zijn we (vanaf hier t/m het einde van Kaiteriteri is dat Leona en ik, een meisje uit Duitsland) met de ferry van Wellington naar Picton, om vervolgens met de bus naar Kaiteriteri te gaan. Het strand bij ons Hostel was schijnbaar een van de beste stranden van NZ dus hadden we gelijk maar een duik genomen. Dit was denk ik het warmtste zeewater waar ik ooit in gezommen had.

Aangezien dit vlakbij het Abel Tasman national park lag hadden we kayaktour geboekt om de boel daar te verkennen. We begonnen daar bij Marahau en zijn toen naar Apple tree bay gegaan. Nadat we daar een bak koffie hadden gekregen hadden onze gidsen het idee de nabijgelegen rivier te gaan verkennen. Normaal gesproken gebruikte ze deze tijd om even te zwemmen of om een rondje te lopen maar iedereen was het er over eens dat het veel leuker was een bergrivier te gaan beklimmen. Nadat we wat territoriale zwarte scholeksters hadden ontweken vervolgde we onze weg de rivier op. De gids ging steeds eerst om te verkennen of het veilig was om te beklimmen (aangezien de gidsen hier ook nog nooit geweest waren) en kwam dan terug om ons te halen. Uiteindelijk hebben eental mooie baden gevonden waar je in kon zwemmen wat lekker verkoelend was (goed koud water haha). Uiteindelijk zat er dus gewoon een 2 uur durende canyoning tour bij onze kayak tour inbegrepen. De canyoning tours die ik op andere plekken heb gezien duurde ook ongeveer twee uur en waren dezelfde prijs als onze kayak tour haha. Toen we eenmaal terug waren op het strand hebben we even geluncht en zijn we vervolgens door gegaan naar het noorden van Adele island, waar zeehonden zaten. Ondanks dat er buitengewoon weinig zaten (aldus de gids) was het wel mooi om nog een pasgeboren zeehond te zien. Helaas was de GoPro hier leeg en heb ik er dus geen foto’s van kunnen maken. Daarna zijn we begonnen aan onze lange weg terug naar Marahau. De dag erna hebben we heel de dag op het strand gelegen omdat we nog moe waren van de dag ervoor. Wel hadden we nog een watertaxi geboekt voor de volgende dag om ons naar Torrent bay te brengen. Vanaf Torrent bay zijn we terug gelopen naar Marahau (ongeveer 16km). Ook dit was weer een prachtige wandeling en we hadden uitzicht op waar we twee dagen eerder onze kayaktour hadden gedaan. Geïnspireerd door het soort van canyoning zijn we halverwege onze wandeling ook een rivier op geklommen en hebben daar (voor zover mogelijk) ook nog even gezwommen. Het was die dag een graadje of 30 dus een duik in het verfrissende bergwater deed ons goed. Eerst wilden we in Anchorage bay een duik nemen maar we bedachten ons dat dat waarschijnlijk niet zo’n goed idee zou zijn aangezien je normaal al makkelijk verbrand, laat staan als je helemaal onder het zout zit. De watertaxi naar Torrent bay was trouwens ook wel leuk, want aangezien deze ook langs Adele island ging had we een tweede kans om de zeehonden te zien en te fotograferen.

De volgende ochtend moest ik weer afscheid van Leona nemen aangezien zij verder ging met de Kiwi bus naar Westport, terwijl ik naar Motueka ging. Ik ging hier naartoe omdat ik een adres had gevonden om te gaan werken tussen Kaiteriteri en Westport in, maar Kaiteriteri was te duur om te verblijven. Ik kon namelijk niet meteen aan de slag en kan pas zaterdag (3 feb) komen. Nu zit ik hier al een aantal dagen eigenlijk niks te doen, wat eigenlijk ook wel weer even lekker is.

Ik ga morgen naar mijn werkadres toe waar ik dus zo’n 5 uur per dag ga werken in ruil voor eten en onderdak. Mijn verblijfplaats is op de boerderij van 67-jarige man die nogal ouderwets leeft. Het is dusdanig afgelegen dat er zo ongeveer geen communicatie met de buitenwereld mogelijk is, hij regelt zijn eigen eten (moestuin, kippen, een koe etc), bakt zijn eigen brood, maakt zijn eigen kaas, brouwt eigen bier etc. Zijn primaire vervoersmiddel is paard en wagen. Hij heeft dus ook een heleboel Clydesdale paarden. Dit is allemaal erg veel onderhoud en daar ga ik dus mee helpen. Het plan is om hier zo’n vier tot zes weken te verblijven dus ik zal de komende tijd dus ook waarschijnlijk offline zijn en niks van mij laten horen. Mocht ik intussen toch ergens de mogelijkheid hebben om te communiceren dan zal ik dat zeker doen.

Ik spreek jullie waarschijnlijk weer als ik in Westport ben!

Hobbits, Maori en dampende natuur

Kia Ora!

De laatste laatste keer dat ik mijn blog heb bijgewerkt zat ik nog in het niet zo spannende Auckland (het is uiteindelijk gewoon een grote stad haha). Inmiddels heb ik daar wel verandering in gebracht en ik zit nu in Taupo. Op de weg hier naartoe was mijn eerst stop bij hot water beach. In de middag ben ik daar gaan kajakken naar Cathedral Cove. Dat is een strand met mooi blauw water en allerlei grotten. Een van die grotten was alleen te bereiken via het water en had een strand aan de binnenkant. Door de hoge golven van die dag was die grot verandert in een heel bijzonder golfslagbad. Dat betekende wel dat we er niet met de kajakken in konden en er dus naartoe moesten zwemmen. Na daar nog een bak koffie gedronken te hebben en het zout weggespoeld te hebben onder de een waterval zijn we daarna we terug gegaan naar ons startpunt. ‘s Avonds zijn we naar hot water beach zelf gegaan. Dit is een strand waar twee warme bronnen onder zitten. Je kunt daar een gat graven en je eigen warme bad creëren. We hebben daar met veel mensen een heel groot gat gegraven en zijn daar met zijn allen in gaan zitten. Toen we daar lagen waren er mensen vuurwerk af aan het steken, anderen waren vuur en het stoken en dat in combinatie met het rustgevende geluid van de zee zorgde wel voor een bijzonder ontspannende avond.

De volgende dag hebben we onze reis na een ochtendwandeling langs een verlaten goudmijn voortgezet richting Waitomo. Waitomo staat bekend voor zijn grotten met ‘glow worms’. Dit zijn insecten (eigenlijk helemaal geen wormen maar ‘fungus gnats’, ik weet niet hoe je ze in het Nederlands noemt, maar ze noemen ze glow worms omdat dat beter verkoopt) die bioluminiscent zijn waardoor ze licht geven in het donker. Eerlijk gezegd viel de grot een beetje tegen aangezien hij nogal klein was en we die glow worms overal tegen kwamen (dus ook buiten de grotten). Wat wel heel grappig was is dat bij een deel van de grot de verlichting niet functioneerde waardoor we in een soort polonaise door de ruimte heen moesten. Helaas waren hier geen glow worms om het pad te verlichten haha.
‘s Avonds hebben we in de enige plaatselijke bar nog wat gedronken met de lokale bevolking, die ons op nog meer glow worms buiten de grotten wezen. In die bar draaide ze muziek van Bløf wat wel even een vreemde gewaarwording was.

Maandag was een bijzondere dag die nu nog moeilijk te overtreffen is. Na ook hier weer een ochtendwandeling gemaakt te hebben gingen we naar Matamata waar ze boerderij verandert hebben in een filmset van Lord of the Rings en The Hobbit. Tegenwoordig heet de boerderij Hobbiton en voor de mensen die de films kennen, het is The Shire. Gedurende de rondleiding werd er aandacht besteed aan allerlei verschillende camera technieken en hoe bizar veel aandacht er is besteed aan de details in de opnames. Zo hebben ze bijvoorbeeld voor de opnames voor Lord of the Ring ergens een grote eik van geleend (die hebben ze dus uitgegraven, ingegraven, opnieuw uitgegraven en weer terug op de originele positie gezet waar de boom vandaan kwam) omdat de regisseur die boom goed in het shot vond passen. Toen ze daarna The Hobbit gingen opnemen (wat zich voor Lord of the Rings afspeeld) hadden ze dus een identieke boom nodig, maar daan zo’n 50 jaar jonger. Uiteindelijk hebben ze dat opgelost door te bepalen hoe die boom er toen uitgezien moet hebben, en hebben dat nagemaakt met ijzer en kunststof (Niet van echt te onderscheiden, zelfs niet als je het weet en er naast staat). Uiteindelijk een detail wat de gemiddelde niet ziet. Op die manier zit die set vol met bijzonderheden. Daarnaast voelde de set wel een beetje Eftelingachtig aan. Aan het einde van de tour kregen we nog bier in The green dragon (pub uit de film).

Na Hobbiton zijn we door gereden naar Rotorua, waar ik deel heb genomen aan een speciaal programma met een overnachting in een traditioneel Maori dorp. Dit programma deden we een groep van 12 man. Tijdens de busrit er naartoe hebben we een ‘chief’ van onze ‘tribe’ moeten kiezen die voor het stamhoofd moest gaan speechen. Daarnaast moesten we een lied voorbereiden dat we bij aankomst moesten voordragen. Bij aankomt moesten we het stamhoofd mee het dorp in volgen. Eerst de chief, dan de vrouwen en dan de mannen. Dat doen ze zo omdat vrouwen het belangrijkste zijn in de Maori cultuur. Zoals ze daar zeggen: ‘Lose a man and you’ll just lose some guy, lose a woman and you’ll lose an entire generation.’ Bij het naar binnen gaan sprak hij allerlei spreuken uit om ons te zuiveren voordat we de heilige grond konden betreden en om alle negativiteit achter ons te laten. Na een inleidingsritueel in het dorp kregen we koffie met een soort gebaksbuffets met allerlei streeklekkernijen. Daarna gingen we het bos in om een Maori lied te leren en om Maori behendigheidsoefeningen te doen. Daarna gingen we door naar een ander deel waar een introductie was met een ritueel en een haka. Daarna gingen we het dorp in waar we uitleg kregen over bepaalde gebruiken en tradities en daar werd ons ook een haka geleerd. Vervolgens werd ons uitgelegd hoe je eten klaar maakt in een H?ngi en dat werd gelijk gedemonstreerd. Het eten wat er uit kwam werd gelijk het ons avondeten. Na de afsluitende show met muziek, dans en uiteraard nog een haka gingen we door naar het buffet. Waarschijnlijk was dat het beste eten wat ik deze reis allemaal ga eten want dat smaakte echt fantastisch. Het heeft mij geïnspireerd om dat thuis ook eens te gaan proberen, voedsel bereiden in een H?ngi. Na het eten moesten wij ons lied en onze haka opvoeren van een publiek van zo’n 160 man wat weer voor de nodige hilariteit zorgde haha. Aan het eind gingen de Maori nog een keer zingen en dan was het programma eigenlijk voorbij. Daarna hebben we nog tot diep in nacht in de hot tubs in het bos gelegen om vervolgens heerlijk comfortabel te gaan slapen.

De volgende dag vertrokken we richting Taupo. Onderweg zijn we nog gestopt bij Te Puia, een geiserpark met kokende modder en hete bronnen. Onze gids had daar nog een aantal eitjes voor ons gekookt in een natuurlijke waterkoker, wat wel een grappige bonus was. In Taupo zijn we ‘s avonds naar het Spa thermal park gegaan, want een verzameling van wat heetwaterbronnen is dat in een rivier uitkomt. Daar tussen heb je dus watervallen waar water van een graadje of 40 vanaf stroomt. Dit geeft een heerlijke natuurlijke stortdouche. Als je wat verder naar de rivier toe gaat is er een stuk waar de onderste laag van het water ijskoud is en de bovenste laag nog warm genoeg dat je de hele tijd in de waterdampen staat. Het is echt een bizar gevoel om zo’n groot temperatuurverschil in het water te voelen op één plek. Uiteindelijk was dit allemaal nog beter dan hot water beach omdat het warme water veel dieper was, veel makkelijker toegankelijk was en zonder zand was.

De dag daarna zijn we een heel stuk door de natuur gaan mountainbiken. Voor mij was het de eerste keer dat ik echt over ruig terrein gereden heb met een mountainbike en ik moet zeggen dat het me goed beviel en dat ik dat zeker nog vaker ga doen hier. Na de lange fietstocht hebben we dag maar weer afgesloten bij het Spa thermal park (waar we tot 5 uur ‘s nachts hebben gezeten haha)

Vandaag was een relax dagje en kon ik mijn blog een beetje bijwerken en een beetje lezen. Straks weer naar Spa thermal park. En wat ik morgen ga doen weet ik nog niet. Vandaag en morgen is alleen maar regen. Maar waarschijnlijk ga ik weer naar Spa thermal park morgen.

Groeten uit Taupo!

Owja, en zelfs met heel goed internet krijg ik het niet voor elkaar om foto’s naar deze site te uploaden. Dus het zal helaas even bij Google Drive blijven of iCloud blijven

https://drive.google.com/open?id=1lr43GuN1V_kyezXWyGr7iebXk-vAlNTI

Of

https://www.icloud.com/sharedalbum/#B11532ODWJ66LsG



Bay of Islands

Kia ora allemaal,

Inmiddels ben ik alweer bijna een week in Nieuw-Zeeland en ik kan niet veel anders zeggen dan dat het echt fantastisch is. De eerste paar dagen waren qua activiteiten niet zo spannend maar was vooral leuk door alle nieuwe mensen die je leert kunnen. In het hostel in Auckland zaten zo ongeveer alleen maar Duitsers dus ik heb mijn Duits nog aardig kunnen oefenen. Na wat praktische dingen in Auckland geregeld te hebben (Bankrekening, belastingnummer, dat soort dingen) heb ik een ticket voor de Kiwi Experience geboekt. Dit is een busmaatschappij die met bussen door heel NZ rijdt maar daarnaast zijn de buschauffeurs ook een soort tourgidsen waar je ook andere activiteiten (met veel korting?) kunt boeken. Dinsdagochtend zijn we uit Auckland vertrokken naar Paihia (Bay of Islands). Vanuit Kiwi reserveren alvast slaapplekken (die garanderen ze voor de eerste 1 of 2 nachten) wat best handig kan zijn aangezien zo ongeveer alle hostels vol zitten door het hoogseizoen. Ik had een extra nacht bijgeboekt zodat ik zou kunnen gaan skydiven, maar tijdens de busrit zei de chauffeur dat het weer die dag een 10 zou krijgen om te gaan skydiven en hij adviseerde daarom om dezelfde dag nog te gaan. Een paar uur later zat ik dus al in een vliegtuig om vervolgens van 5 km hoogte er weer uit te springen. En wow dat was vet! Het uitzicht boven de Bay of Islands maakte het nog veel mooier. Het bizarre is alleen dat het vallen zelf niet eens zo heel spannend is. Het voelt gewoon een beetje als vliegen. Het spannendste was toen de parachute al uitgeklapt was en ik zelf mocht sturen. We ging toen in een spiraal recht op de grond af wat echt heel vet was.
Na de sprong zijn we nog gaan barbecuen bij het hostel gevolgd door een pub quiz waar ons team echt dramatisch verloren heeft haha. De volgende dag hadden we een tour naar Cape Reinga. Dit het meest Noordelijke punt van Nieuw Zeeland waar twee zeeën aan elkaar grenzen. Het bizarre is dat je daar gewoon kleurverschil zit in het water aan beide kanten. Voordat we naar Cape Reinga gingen zijn we nog gestopt op een plek wat op een soort jungle leek met oeroude gigantische bomen. Daarna zijn we met de bus over the 90 mile beach gegaan. Wat een strand is wat geldt als een snelweg. Het is echt heel vet om met een bus zo half door het water te rijden over een strand. Daarna vervolgde de weg door een door mensen aangelegd dennenbos voor houtproductie waar allemaal wilde paarden rondliepen.
Nadat we de stop bij Cape Reinga hadden gemaakt zijn we naar zandduinen gegaan die daar in de buurt waren. Om daar te komen moest de bus eerst door een stuk van een rivier heen rijden. Na een lange klim door het mulle zand naar de top van de duin zijn we met een bodyboard terug naar beneden gegaan. Aangezien de helling ongeveer een hoek van 45 graden had en de duin echt heel erg hoog was kwam je op een gegeven moment aardig op snelheid. Genoeg om op het laatst door een hobbel volledig van de grond te komen en vervolgens op het zachte zand te landen.
De dag daarna hebben we vooral op het strand gelegen en zijn we ook nog naar een eiland gezwommen. Door de stroming was het ongeveer 20 min heen en bijna 40 min terug. Maar het zeewater is echt heerlijk hier. Het enige probleem was dat het eiland nogal een natuurlijke barrière van vlijmscherpe rotsen gevuld met schelpen had. We was dus best lastig op het eiland te komen maar het was het uiteindelijk wel waard want het was echt heel mooi. Die dag ben ik (ondanks de waterproof sunblock) helemaal verbrand. In Nieuw-Zeeland is het gat in de ozonlaag schijnbaar het ergst ter wereld waardoor je door 2 min in de zon al kunt verbranden. Blijkbaar komt in Nieuw-Zeeland relatief gezien ook de meeste huidkanker voor. Voorlopig blijf ik dus maar even in de schaduw want ik kan zeggen dat het niet lekker voelt om met een backpack rond te lopen als je rug knalrood is.

Vandaag (vrijdag 12 jan) gaan we weer terug naar Auckland. Daar slapen we een nacht en dan gaan we morgenochtend door naar Hot water beach. Daar kun je op het strand een kuil graven en door de thermische activiteit in de grond kun je dan je eigen natuurlijke hot tub maken.
Ik heb het de hele tijd over ‘we’ omdat ik eigenlijk nooit alleen ben. Je maakt zo makkelijk zo veel nieuwe vrienden. Op een gegeven moment hadden we echt al een leuk clubje mensen maar die is gisteren helaas een beetje uit elkaar gevallen omdat mensen andere dagen voor de terugreis naar Auckland had geboekt.
Het leuke is dat een aantal mensen bij Hot water beach op ons wachten zodat we weer als een groep kunnen reizen. Ik heb nu al vrienden uit Engeland, Duitsland, België, Frankrijk en Canada.

Owja, er staan geen foto’s op deze website want ik krijg ze simpelweg niet geüpload. Op een of andere manier is het internet in Nieuw-Zeeland echt dramatisch. Het is mij wel gelukt om wat dingen naar Google te uploaden dus ik zal er een linkje bij zetten waar een aantal foto’s staan.

Groetjes vanuit het zonovergoten Paihia,

Jelmer

https://drive.google.com/open?id=1lr43GuN1V_kyezXWyGr7iebXk-vAlNTI


Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active